- "Begrafenisplegtigheid van Mevrouw Lyklama ? Nyeholt geb. Blomkolk. Zij is begraven te Nes op het kerkhof, daar het begraven in de kerken niet meer mag plaats hebben. Begrafenisplegtigheden. Bij het overlijden van de eerste Vrouw van onze [Lieuwe Jans de Jong] Landheer, en zeker bij die van zijn Vader in 1789, werden de boeren, bewoners van zijn zathen, ook kennis gegeven, en verders verzogt om de overledene de laatste eer aan te doen, en dezelve grafwaarts te dragen. Zoo ook nu. Heden morgen 8? was onze zamenkomst bepaald bij de kastelein Arend Raadsveld, kastelein te Oldeboorn, als: Pieter Pieters de Jong, Dirk Geerts Bethlem, Klaas Lieuwes Schoustra, Gerrit Pieters Eisinga, Willem Sytzes Nijdam, Frans Hendriks Postma, Uiltje Tjerks Westerterp, Jan Gales van der West. Wij, Lieuwe Jans de Jong, Johannes Aukes Vleer, Pieter Johannes Bottema, en Bauke Atze Dijkstra, 12 meiers zijner zathen onder deze Dorpen. Daar werd ons koffij gezet, pijp en tabak gegeven. Om 9 uur kregen wij allen begrafenismantels om, de Heer Pater van Leeuwarden ging ons voor naar het sterfhuis. Daar namen wij het lijk, de kist was reeds digt gemaakt, en de trappen af, op de lijkbaar gezet, en onder klokgelui dragen in het veerschip van Sipke de Jong, bij de groote brug, Westkant. Wij, de dragers, voeren mede, daar de Heeren in koetzen en wagens de puinweg reden tot Nes. Oostkant van de brug. Het lijk werd hier weder uit het schip genomon en door ons op de lijkbaar gezet, en wij droegen het zelve van daar tot op het kerkhof, altijd voorafgegaan en geholpen door de heer Pater als bestuurder der begrafenisplegtigheid. Wij vreesden allen voor het smeerge modderige pad, te meer daar het doodvat extra zwaar was, om door glijden met de voet van den een of ander een ongeluk te krijgen. Doch alles was en bleef geluddig goed en wel. De koetzen volgden ons tot tegen het kerkhof, en de ietser van Klaas Aukes. Toen stapten zij uit de zelven, als: de Hoog Wel Geboren Heeren T.M. Lycklama ? Nyeholt, - zijn zonen Frits, George en Jan, en zijn voorzoon Wilco onze Grietman, daarop de Assessor S.J. Koopmans, Secretaris W.A. Evertz, Oudleeraar J. Heeringa, de Hervormde Leeraar van Akkrum Holkema, de Doopsgezinde Leeraren van ons Dorp Haima en Haga en de genees-, heel- en vroedmeester J.C. van Broekhuizen. Voor allen ging de Leeraar der Hervormden in ons Dorp A.B. van Holkema. Naar dat wij een maal om het kerkhof onder het luiden der klok waren gegaan, hebben wij het lijk in het graf gezet, een gewoon graf, waarop drie arbeiders de aarde op de kist wierpen, 't welk wij, 'Boern'-dragers, niet behoefden te doen. Toen de kist bedekt was, namen de arbeiders de hoed af ten teken dat men kon heen gaan, 't geen ook terstond geschiedde, verlatende directelijk het kerkhof, en wij sloten ons aan de trein aan. De Heeren stapten weder in de koetzen, en wij gingen weer naar en in het schip en voeren naar ons Dorp. De nachtwachts hadden het schip er heen getrokken, wij zeilden voor de fok weerom. In ons Dorp komende gingen wij weder naar Raadsveld, ontdeden ons daar van onze mantels, namen plaats aan een tafel, op de wijze voorzien, gelijk voortijds meermaals en somtijds nog bij begrafenissen geschiedt, met zoete, krente, fijne en grove bollen, brood, kaas en boter, maar in plaats van bier of ander drinken nam ieder een halve fles wijn, witte en rode even veel, van welke eeten wij ons verzadigden ten genoegen; wij, 12 dragers, met de Heer Pater en de Agent van Politie R. Roker. Voor den eeten dronken wij op hoop van een zalige verwisseling der overledene, op de troost en bemoediging bij het lijden van onzen ouden Landheer, daar reeds ten twedemale zijn echtkroon ten grave gebragt was. Hij was bijna 77 jaar, en biddende om de Goddelijke bijstand in- over- tot- en voor allen en alles. Naar het eeten dronken wij th? en rookten onze pijpen, tot wij ongeveer 4 uur scheidden, ieder naar zijn huis. Wij werden bedankt voor de dienst en dankten wederkerig voor de eer ons aangedaan. Men verwagtte een begrafenisplegtigheid, geheel hier ongewoon, met veel ceremonieel, en het was niets meer dan gewoon, alleen onze mantels. Het getal aan- en toeschouwers was verbazend groot. Alles zelfs mede bij geweest."
|