Notes |
- "Den 16den eerst bekend geworden, is gelijk men zegt hier de dusgenoemde tongblaar, een erge heerschende ziekte, onder het rundvee uitgebroken; twee vette koeijen van Bauke U. Westerterp. Zedert eenige tijd op een ? twee plaatzen in Friesland; meer in Holland, waar hetzelve, gelijk men zegt, eenigzins de zedert jaren zeer erge longziekete vervangt. Deze laatste had daar en in eenige naburige provincies erge verwoestingen aangerigt, daar er eenige landlieden waren, die 20 ? 30 hadden verloren. Deze dus genoemde tongblaar, doch liever mondzeer gelijk Numan schrijft, is niet dodelijk - de eigenlijke tongblaar wel - maar zeer schadelijk, doordien het vee niet eten kan om de rauwheid der tong en soms gehemelte en soms de lippen en neus. Slijm vloeit uit de mond, welk slijm of speeksel de besmetting voortplant op andere runderen, schapen, varkens; de melk gaat weg, en het vereischt een goed toeverzicht van voedering. Deze dus genoemde ongesteldheid kreeg R.J. Koopmans den 18den reeds. Nu meer, als Sijne Pieters, Pieke Hylkes, Klaas Fokkes, Johannes Wijtzes, allen daar buuren van en terstond bij elkander gelegen met hun land, en grenzende aan het land van Bauke Uiltjes Westerterp of aan elkander. Doch Pieter Johannes [Bottema?] heeft het ook onder zijn vee, en grenst er geheel niet aan. Deze ziekte is op sommige plaatzen in Friesland nu meer. Niet dodelijk, toch schedlijk, hopen wij met Gods hulp verschoond te blijven, want de voorbehoedmiddelen die men bezigt, komen mij niet goed voldoende voor."
- "Bijna vijf week was deze ziekte behalve Pieter Johannes [Bottema?] N.West en Z.West van ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp geweest, eer het hier in Oost en Z.Oost kwam. Ongeveer den 20sten dezer brak de ziekte uit bij mijne ouders en onze buuren W.J. Nijdam in hun best melkvee en onzer kinderen grootvader Durk Oenes in zijn jongvee. Onze buurman Hille Willems kreeg de ziekte den 26sten. Ook onze buurman Johannes Aukes, welke vroeger een had gehad, voor 4 week. Zedert vijf week heeft de ziekte geweest N.West van ons Dorp, en toch heeft nog een boer, Sybe Klazes, (ofschoon medden in wonende) alles gaat goed. Nog zijn wij Goddank verschoond, en daar de koeijen deze zomer te weinig melk hebben gegeven, gaat het nu goed."
- "Zathen duur verhuurd gelijk die bij P.J. Bottema bewoond, voor ongeveer 17 melkkoeijen 655 guldens, 78 ld boter en 2 nagelkazen (huis ? betalen?!)."
- "Begrafenisplegtigheid van Mevrouw Lyklama ? Nyeholt geb. Blomkolk. Zij is begraven te Nes op het kerkhof, daar het begraven in de kerken niet meer mag plaats hebben. ... Heden morgen 8? was onze zamenkomst bepaald bij de kastelein Arend Raadsveld, kastelein te Oldeboorn, als: Pieter Pieters de Jong, Dirk Geerts Bethlem, Klaas Lieuwes Schoustra, Gerrit Pieters Eisinga, Willem Sytzes Nijdam, Frans Hendriks Postma, Uiltje Tjerks Westerterp, Jan Gales van der West. Wij, Lieuwe Jans de Jong, Johannes Aukes Vleer, Pieter Johannes Bottema, en Bauke Atze Dijkstra, 12 meiers zijner zathen onder deze Dorpen. What follows is the account of the burial in Nes
- "Pieter Johannes Bottema vertrok naar Haskerdijken en Willem Ruurds Balsma werd daar boer."
- "Gister avond palmslag van de stelp van Freerk Sierds de Vos, koper weduw Jelle J. Koopmans, hoofdzom ? 1035.- buiten opcenten. De 5 pondemaat Langweer ? 800.-, koper P.J. Bottema."
- "Het miltvuur schijnt te verteberen in haar dodelijke uitwerking. Doch de longziekte houdt hare slagtoffers. Eerste 4 dagen 21, tot 11d 49, tot 18d 33, tot 25st 32, tot November weder 43. Is 't zamen Octobermaand 178 stuks. In deze maand bijgekomen in Haskerdijken Pieter Johannes Bottema en Sytze Sjoukes Dijkstra, tot herinnering."
|