Notes |
- "Gister met ons [Lieuwe Jans de Jong] vieren als broeders Hans, Uiltje en Fokke naar zuster en zwager naar Smalbrugge geweest, vindende hun gezond en hun boerderij in redelijk goede stand. Heden terug."
- "Heden moesten de jongelingen geboren 1815, waaronder ook mijn [Lieuwe Jans de Jong] broeder Fokke alsmede onze buurvrouws zoon K.H. van der Lijnden en de knecht van Jan J. de Groot te Heerenveen voor de Nationale Militie loten. Ten gevolge van het uitgeven van 9 nommers was No. 10 als Nommer 1 aan te merken en trok onze broeder No. 17 en dus volstrekt aangeloot, doch doordien onze broeder Hans als schutter en onze broeder Uiltje als soldaat het vaderland nu dienen, ofschoon nog beiden met onbepaald verlof te huis, zoo zal hij zeker onbepaald worden vrijgesteld. H. H. van der Lijnden trok No. 39 en Abe F. Brouwer, de knecht van J.J. de Groot, trok No. 33, denkelijk beiden vrij. De knecht van H.W. de Groot had den 1sten dezer te Beetsterzwaag geloot, en had No. 85, zoo hij vrij is weet men nog niet."
- "Onze [Lieuwe Jans de Jong] beide buurknechten zijn vrij van soldaat. Ook Klaas van der Lynden en broer Fokke zijn voor een jaar vrijgesteld."
- "Heden kwam mijn nieuwe knecht en broeder Fokke, komende van Smalbrugge van zuster en zwager Boonstra, hunnen gezondheid meldende."
- "Heden moest met meer anderen onze [Lieuwe Jans de Jong] broeder Fokke voor de Millitieraad te Heerenveen verschijnen, en ten gevolge de opheffing der met 1830 ingevoerde en zedert jaarlijksch hernieuwde wetsbepaling, waardoor de schutter zijne broeder vrijwaarde even als een conscrit, en daardoor een jaar verschoond zijnde geweest, doch anders zonder gebreken zijnde, nu voor de Dienst voor het Vaderland verpligt verklaard en aangezeid op de eerste oproeping zich tot deze dienst te wijden."
- "Heden vertrekt mijne [Lieuwe Jans de Jong] knecht en broeder Fokke van mij en Foppe Franzes van der Woude word mijn nieuwe knecht, tot oude Mei."
- "Heden moest broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke en met hem Hendrik Nannes, Gerben Pieters en Jacobs ten gevolge hunne verpligting te Leeuwarden verschijnen om bij een der corpsen millietie te worden ingelijfd, naar gister van ons en heden van onze ouders een treurig afscheid te hebben genomen."
- "Gister avond een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke, gezond en wel. Zij waren den 8sten Maart vanaf Leeuwarden vertrokken en den 13den dato te 's-Gravenhage aangekomen, en waren door eigen keuze geplaatst onder de Grenadiers bij de 2 Comp. 2d bataillon dipo; de hoedjes waren den 17den gekleed en leerden nu het stappen."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke, Grenadier te 's-Gravenhage van dato den 3den Mai. Gezond, vrolijk en wel te moede. Hadden veel drukte met exerceren, paraderen, inspecties enz. en moesten nu ook op de wagt. Hij klaagde over de slechte mondkonst en had zich toch nog bijna laten bewegen tot vrijwillige dienstneming en vroeg onze gedachte, doch wij zullen hem schrijven om het niet te doen, als veroorzakende hem zeker het grootste berouw, en ons zeer grote smart."
- "Gister avond weder een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage, van dato 10 Junij. Gezond, vrolijk en wel te moede. De exercities werden ligter door de gewoonte, doch alles nog veel bijwerk en zwaar door de met alle montering stukken gevulde randzel. De lust tot vrijwillige dienstneming was verdwenen en had nooit bij hem bestaan schreef hij, maar waarom dan gemeld? Hij had een brief aan broeder Uiltje in Noordbraband geschreven, en deze wederkerig hem, elkanders gezondheid meldende, and dat broeder Uiltje op een maand verlof hoopte in de eerste dagen van Junij. Doch noch is hij niet hier. Wij hadden hem in de kermis verwacht, of ten minste een brief."
- "Gister een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage van dato den 14den, gezond, vrolijk en wel. 't Was ten geleide van een portret van een Grenadier in parade, gelijk broeder Uiltje tijdens zijn guarnizoen in Groningen een portret zond van een Fuselier der 8ste afdeling infanterie."
- "Voor een paar dagen een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage, van dato den 17den, ons meldende zijne gezondheid en wenschende enz."
- "Voor twee ? drie dagen een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke uit 's-Gravenhage van dato de 23 April, toen gezond en wel, doch was een dag ? vier niet te wel geweest en eenmaal de koorts; hij was toen nog recruit, doch ze zouden den 22 afexerceeren en dan was hij oud soldaat, zij waren vrij van wagt en corv?e, zij hadden den 20 in de Scheveningsche duinen getirailleerd, en zouden om verlof vragen om ons een bezoek te doen."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage van dato den 27 Mei, gezond en wel, en verwachte in stede van verlof naar de kamp te zullen moeten. Broeder Uiltje, schreef hij, was de 10e Mei weder uit het Hospitaal gekomen en had er dus 20 dagen in gelegen, en dacht ook naar de kamp te moeten. Zij beiden hoopten, om dan dus en daar eens elkanders bijzijn te genieten, doch Oost West, 't huis best, en dit verlangden zij beiden."
- "Eergisteren een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van dato den 5den van Nispen Provincie Noord Braband, werwaarts zij de 4den dezer waren aangekomen naar den 1sten dezer den Haag te hebben verlaten. Zij waren maar vijf minuten van 't Belgisch grondgebeid meer verwijderd, hadden een zeer zware marsch gehad in de hitte, bijzonder de twede dag, zijnde zoodanig bezweet geweest, dat hij geen el droog aan zijn lijf had gehad, en de voeten geheel stukken gelopen. 't Halve bataillon was wel nagekomen, zelfs sommige doden. Was nu bij een boer in kwartier en had het nu best en was overigen gezond, en moesten den 5den Augustus in het kamp en broeder Uiltje ook, 't welk hun zeer aangenaam was."
- "Een brief van beide broeders [Lieuwe Jans de Jong] Uiltje en Fokke uit de kamp bij Reijen van dato den 15den dezer. Waren beiden nog goed en gezond. Uiltje was den 11den in de kamp en Fokke den 9den. Nu zijn zij een 't zamen en bij elkander en kunnen elkander hunne lotgevallen mededelen, 't welk hun groot genoegen, gelijk ook ons allen, verschaft."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's Gravenhage van den 5den dezer, gezond en wel, waren den 11den Julij uit de kamp getrokken en den 14den weder in de residentie gearriveerd, verwachtende eerlang met verlof te huis te komen. De beide broeders is bericht weerom gezonden, hoopten beider thuiskomst met genoegen, hun verzoekende de gelegenheid miet te laten voorbij gaan."
- "Een bezoek van broeder [Lieuwe Jans de Jong] de Grenadier van 's-Gravenhage, gister bij onze ouders en heden bij ons gekomen met drie week verlof, gezond, vrolijk en wel. Dus een feestelijke dag, ofschoon moeder en dogters zwaar verkouden zijn."
- "Heden vertrok broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke weer naar zijn bestemming naar 's-Gravenhage, gister van ons en heden van onze ouders afscheid nemende, redelijk welgemoed en gezond."
- "Gister laat avond kwam onverwacht broeder [Lieuwe Jans de Jong] Uiltje van Heumen uit Gelderland, tegen over Liimburg op de grenzen, met een drieweeks verlof te huis, redelijk gezond, doch eenigzins vervallig in kleur en zwaarte wegens zijne gehad hebbende onpasselijkheid (zie de brief van 29 September l.l.), doch nu was hij weder gezond en wel. Hij bragt een brief mede van onze broeder Fokke van 's-Gravenhage, aan hem den 10 ? 12den dezer gezonden. Hij was gezond en wel en had storm op zee gehad, en dus anderhalf etmaal op zee geweest, doch op zijn tijd aangekomen. Broeder Uiltje was dien dag van Zwol gekomen, eene marsch van 15 ? 16 uuren met geweer en bagaadje, doch was met de snelwagen van Zwol tot Meppel gereden, allen verblijd. De kapitein had hem het zelve zonder aanvraag gegeven, en aangeraden."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke de Grenadier van 's-Gravenhage van dato de 12d en 22ste dezer. Hij had den 21sten een brief van broeder Uiltje van Heumen; deze was den 13den op zijne bestemming aangekomen. Waren beiden gezond en wel, deed weinig dienst door het slechte weder. De Grenadier had den 17den twee gevangenen mede naar Leijden getransporteerd, en hij en zijn slaap waren in het militaire leesgezelschap, voor 's weeks 5 cents. Zij verwachten het onbepaald verlof van broeder Uiltje in het voorjaar. God geve! Doch het zijn lopende geruchten."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 2 Februarius, eerst heden ontfangen, meldt toen van vele ziekten, doch hij was gezond."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Uiltje van dato 28 dezer van den Graaf; hij was den 1sten Maart uit het Hospitaal gekomen, t' was nu met zijn arm weder goed, maar mager van honger, want wittebrood en karnemelksepap was zijn kost geweest en zijn maag was gezond. Hij vreesde eerst nog in de kamp te moeten eer het groot verlof gegeven werd. Hij had broeder Fokke geschreven, doch kreeg geen berigt weerom, even gelijk wij, doch wij hebben mondeling berigt dat hij gezond is. De griepziekte had sterk in 's-Hage geweest."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage van dato den 4den dezer, gezond en wel. 't Was met de griepziekte daar beter, doch ook daar gelijk hier vorst, sneeuw en koud. 't Leven vervelend voor hem, de beurs plat, verlangen naar de kamp, naar de boer, nog liever naar huis, nog maar twee jaar gediend. Hij kreeg geen brief van broeder Uiltje en had van ons zijn ongeluk vernomen; doch 't is wel gebeurd, maar de brief is niet overkomen, en nu waren zij beiden wat boos, doch beiden weten de grond niet."
- "Wederom een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage van dato de 15d dezer, ten geleide van een schrijfboek met allerleij. Hij was gezond met een grage maag, en was met iets ontfangen dankbaar vergenoegd."
- "Twee brieven van de beide broers [Lieuwe Jans de Jong], van 's-Gravenhage van den 18den en van den Graaf van den 31sten. De grenadier was gezond en wel doch geen vleesch, schreef hij, onder de huid, en de vlooijen knaagden aan zijn vel, maar dat zoude mis zijn, 't was te taaij. Zij zouden den 28sten uit Den Haag vertrekken naar Noord Braband, doch werwaarts kon hij niet zeggen, maar bij de boer en dan in de kamp. 't Had Haagsche kermis geweest en hij had zich goed vermaakt; hij klaagde ooi over slecht eten. De fuselier flankeur was de zelfde ongelukkige. Bij het vertrek van het bataillon naar de kamp was hij weder in het Hostpitaal gegaan, 't was nog geen beterschap met hem, doch een post script was 'tegenwoordig nog redelijk vlug'. De officier was gezondheid had hem ook hoop op verlof gegeven, maar er kwam niets van. Van het verzoekschrift - zie voren 25 Mei - wist hij niet, wat uitwerking het doen zoude. Hij hoopte, wij hopen en blijven allen hopen gezondheid en verlof, God vervulle hetzelve! Hij wenschte spoedig en letterke terug, tot troost en vriendschap."
- "Gister avond een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke uit de kamp bij Reijen van dato den 13den dezer, gezond en wel, doch de keel en mond vol zand door 't stuiven. De Grenadiers waren den 28sten Mei uit den Haag vertrokken en den 31sten te Rozendaal en Noord Braband bij de boer ge?nkwartierd, en na 1 maand en 3 dagen daar gelegen te hebben ,den 2den Julij in de kamp getrokken. Door Breda marserende ontmoeteden zij daar de bataillon waar broeder Uiltje onder behoort en vernam toen dat deze in het Hospitaal lag. Deze bataillons kwamen nu in Breda te liggen. Hij vroeg onz hoe het met broeder Uiltje was, want vroeger hielden zij steeds briefwisseling, doch het agterblijven van brieven en het dus niet beantwoorden, werd voor eene onverschilligheid gehouden, en zoo weet hij van broeder Uiltje niets. Hij verzocht om wat, dat hij keelgladdigheid van kon bekomen."
- "Een brief aan hem terug met een wisseltje en bericht van ons [Lieuwe Jans de Jong] allen, en ook an broeder Uiltje zoo ver wij wisten, en verzochten hem broeder Uiltje eens te schrijven, hem te troosten, te bemoedigen."
- "Op ons [Lieuwe Jans de Jong] verzoek aan broeder Fokke had deze aan broeder Uiltje geschreven, en dus schreef broeder Uiltje ons weder. Deze brief heden avond ontfangen uit den Graaf den 22sten meldde ons zijn zwakke toestand en de opnieuwe mislukte proeve van verzoekschrift aan 't Ministerie van Oorlog. Hij behofde geen geld meer, en dagt dat hij ons niet weder zien zoude, want de 20 Augustus was voor hem te lang om te kunnen leven; dit was de tijd dat de ligting van 1832 zoude gaan (zeiden de gerugten), maar hij geloofde niet dat hij die dag beleefde, of dan zoude hij toch zoo zwak zijn, dat zijn tehuiskomst onmogelijk was. Ja broeder wat sullen wij zeggen, wat zullen wij doen, noch Overste, noch Docter, noch Ministerie, ier is niemand, die onze beden verhoort, doch de goede God kan uitkomst geven, aan Hem bevelen wij alles, leven en gezondheid, vreugde en smart, voedzel end dekzel, ja geest, ziel en ligchaam, Amen, ja Amen."
- "Heden kwam broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke uit 's-Gravenhage met twee week verlof. Onze Grietman had voor hem aangeschreven ter oorzake de treurige dood onzer broeder Uiltje, om deze de hier gebruikelijke laatste eer aan te doen. Hij was gezond en vlug. Had lest in de kamp eenige dagen in de Embulance geweest, doch nu was alles weder goed. Zij waren den 4den Julij in de kamp gegaan en den 14den Augustus weder in 's-Gravenhage gearriveerd, en waren weer in 't oude leventje."
- "Broeder [Lieuwe Jans de Jong" Hans en Fokke terug van Groningen, werwaarts zij geweest hadded tot inlevering der wapenen enz. van broeder Uiltje."
- "Heden vertrok broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke weder naar zijn bataillon in 's-Granvehage, koor Hans tot digt aan de Lemmer met de chais gebragt. Hij had nog acht dagen boven de 14 dagen verlof gekregen op zijn vriendelijk verzoek om verlenging."
- "Wij [Lieuwe Jans de Jong] kregen een brief van broeder Fokke van 's-Gravenhage van dato den 18den, gezond en wel, had een goede reis gehad van hier tot 's-Gravenhage. Had weer 't oude leven, exerceren, schijfschieten. Hij was eerst wat onwennig geweest, doordien zijn beide gewone kameraden met verlof waren. Ook luiden alle klokken daar drie uuren daags, alle spelen, schouburgen enz. staan stil, geen tamboer noch orenblazer mag slaan of blazen, kortom 't was treurig in den Haag om het overlijden van der Koningen ('des konings wijf', schrijft broeder Fokke). Overmorgen de begrafenis. Ook hier moesten de klokken alle dagen drie uuren luiden, acht dagen lang."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage, gezond en wel. Hadden bij de begravenis van de Koningin een erewagt gehad bij het Paleis; het 1e Bataillon had mede geweest met de trein naar Delft, de optogt der begravenis was plegtstatig geweest, met veel omslag en statie."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Gravenhage van dato de 28 November, meldt zijn gezondheid. Klaagt over koude en ledigheid. Was voor een ander op patrouille geweest, doch kreeg doornat pak. 't Was de eerste maal en de lest maal. De schoen kneep hem en hij verlangde wat barmhartigheid van hier. De ledigheid werd soms verdreven met schijfschieten en een promenade van 4 ? 5 uur om slappe beenen en gezondheid te behouden, en dat deden ze met de tabakzak op de rug en de lange Duitsche, schreef hij - Engelsche moest het wezen -, pijp in de arm. Zij werden dan verzogt op een kopje th?, doch zonder melk. Naschrift van 7 December: St. Nicolaas had hem daar vergeten, hij hoopte dat de heilige bij zijne ouders hem beter had bedagt. Een ledige beurs was een koude zak. Hij wenschte spoedig bescheid terug. 't Is gebeurd."
- "Een brief van de Grenadier te 's-Gravenhage; redelijk gezond, doch klaagde ook over koude en sneeuw. Hadden geen exercitie, soms promenade, en 's weeks eenmaal op wagt. Hij en een van zijne kameraden hadden naar Lis geweest halfweg Amsterdam, heen en terug op ??n dag; doch nooit weer, wchreef hij, was 6 dagen stijf geweest door slecht gereedschap enz."
- "Een brief van 's-Gravenhage van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Grenadier van den 18den j.l., die met hoest en steking in de borst met de ademhaling in het hospitaal lag, den 17den was ingegaan. Hij had het niet gedaan, schreef hij, maar kameradenraad, strengheid van een nieuwe colonne en de zware exercitie en de hoop of spoedeger herstel hadden hem tot deze stap bewogen. Ligging en bediening waren goed, maar de mondkost en verbod om de brits te verlaten waren hem niet aangenaam. Er kwamen er veel met kwade borst in het hospitaal, en hij hoopte op spoedege schikking, onz zegen en gezondheid wenschende. Hij had ons niets gemeld, maar onze volstrekte wensch om niets verborgen te houden als hem iets overkwam al was het gering, was de oorzaak van deze ontijdige brief. God schenke hem gezondheid."
- "Heden avond een brief van de Grenadier van 's-Hage van dato den 9den. Gaat weder uit het Hospitaal en bij zijn korps, waarvoor wij God danken."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] de Grenadier uit kamp bij Reijen van dato den 11den dezer. Gezond en wel. 't Was daar gelijk hier ook regen en wind, koud en ongezond, veel zieken. Er waren dien dag over de 50 van hun Afdeling naar het Hospitaal gebracht. Het eten en bijzonder het avondeten was slecht. Zij waren den 3den of 5den uit den Haag vertrokken, en naar 3 nachten en 4 dagen reijs in het kamp gekomen."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke uit 's-Gravenhage an dato 24 September, redelijk gezond. Had in de kamp wat oogziekte gehad, doch bijna hersteld. Hij was te voet vertrokken en te paard weerom gekomen. Hij was 14 dagen voor een zieke caissonrijder in plaats geweest en had bij de boer gelegen tijdens een gedeelte der kamptijd, en goed spek gegeten, schreef hij. Zij waren den 16den uit het kamp vertrokken en den 19den in 's-Hage terug gekomen, en verwagte dat hij spoedig eens weder te komen, met 4 week verlof. Tijdens des Konings verjaardag hadden twee kanonniers hunnen regterarmen verloren in het kamp. Een dag soldij van de gehele divisie van den soldaat af tot den Lt. Generaal Baron van Geen toe was voor hun ingehouden."
- "De kortse dag. Helder, vorst, stil. Een brief van onze [Lieuwe Jans de Jong] broeder Grenadier van 's-Gravenhage van dato den 18den, gezond en wel. En een aanhoudend tegenzin in het soldatenleven, nu not vermeerderd doordien zijn beste kameraad Rijpkema met paspoort vertrok. Moesten meerder dienst doen doordien Belgi? vertoning maakt, als had het oorlog in 't zin, meent hij. Een sergeant had zich de hals afgesneden doordien hij beledigde en beledigd werd."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van 's-Hage van den 2den Januarius 1839 (soms stuurt hij ons per turfschipper, soms per post de brieven). Hij dankt zijne ouders daarin voor hunne goedheid aan hem, en hoopt in 't voorjaar ons een bezoek te zullen geven (niet denkende dat hij zoo spoedig naar Noord Brabant zoude moeten, daar zij thans in of bij Tilburg zijn of ook in 's-Hertogenbosch, om met andere troepen een wakend oog te houden op de Belgi?rs, die veel bravoures en triviades maken). Vier Scheveningers waren verdronken tusschen 's-Hage en Scheveningen. Met Nieuwjaar was alles duurder geworden. Hij wenscht broeder Hans met zijn korporaalspost geluk en besluit met een wensch van zegen voor zijne ouders en alle Friesche boeren."
- "Verscheidene schippers zijn uit Holland overgekomen en alzoo den brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke ook ontfangen."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Grenadier van 1 Februarius, ? uur van Boxtel, Noord Braband, gezond en wel. Den 12den Januarius uit den Haag vertrokken over Sharloos, Dordrecht, Teteringen enz. op Tilburg, waar hunne gehele compagnie de wagt betrok. Den anderen dag op Oorschot, waar zij 14 dagen verbleven, hebbende veel wagt met geladen geweer, de kanonnen geladen met los kruit voor alarm (want Belgen zijn zeer ontrust, nu onze Koning de 24 artikelen van de Londonsche Conferentie aanneemt. En de leden dezer Conferentie de Belgen daar ook toe verzoeken, en dat bij weigering de vijf Vorsten Belgi? daartoe zullen dwingen). Zij waren den 30sten Januarius vertrokken van Oorschot op Boxtel, waar zij bij de boeren inkwartierd waren, waarvan sommigen 15 ? 20 man hadden. Doch hij schreef: wij laten de boeren dorschen en wij eten de mik. Daar hadden zij 's daags tweemaal appel. Wat het worden zoude wist men niet. Hij (en wij allen) hopen het beste, gezondheid wenschende."
- "Eergister een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke van Schijndel, Noord Braband van 15d dezer, gezond en wel. Lagen in guarnizoen bij de boer, werwaarts zij den 1 April waren verlegd. Hij had zich in een spijker getrapt. Zij hadden in Boxtel aan nieuwe batterijen gewerkt 12 in getal. Er worden in Noord Braband veel nieuwe batterijen gemaakt op vele plaatzen. Het was een leven, wat het andere belangt, als in den Haag, 7 dagen in de week exerceren of inspectie, met de tabakszak op de rug, en de lange pijp in de arm. Zij hadden ook geen kennis van de dingen van Vrede of Oorlog."
- "Gister een brief van 24 Junij van broeder [Lieuwe Jans de Jong] grenadier van 's-Gravenhage, waar hij den 15den of 23sten weder was gekomen. Nu redelijk goed, doch had 7 dagen te Dort in het Hospitaal gelegen met een slechte borst. Den 1 Mei hadden alle veldtroepen, en dus ook hij, inspektie gehad voor den Grootvorst van Rusland te Oosterwijk. Zij hadden het gehele voorjaar dat zij uit 's-Hage hadden geweest te Boxtel en Schijndel gelegen. Hij was zeer hopend op onbepaald verlof, waarvan hier en daar spraak is, nu het vrede met Belgi? is, de beide ligtingen van 1834 en 1835, 't welk hij te meer geloofde, omdat de niet volstrekt benodigde ekwipementstukken hun geweigerd werden. Hij loosde klaagliederen over het Hospitaal van Dort, als over Haagsche rats, alles duur en slecht. Liever ware hij nog een paar maanden ten velde gebleven als weder naar Schravenhaag, schreef hij, maar nog liever was hij te huis - God geef."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke uit 's-Gravenhage van 7 Julij, met vriend. Bedankt ons voor de ruimschootsche giften hem gezonden, en weschende om te huis te zijn in de volgende maand, waarover men spreekt. Hij noemt soldaat zijn een slaafsche troep en zijn verlangst naar huis een lengte van twee el, dat hem de keel uithing. Hij beklaagde zich dat hij eenigzins berispen moest, daar hem niets gemeld werd over de vrijerij, en hoe broeder Hans en Markus het met de Deurskes maakten. Hij wist geen nieuws, was gezond en wenschte ons allen het beste. Fiat."
- "Heden avond (Zaturdagavond laat) kwam broeder [Lieuwe Jans de Jong] grenadier met onbepaald verlof, van 's-Gravenhage te huis. Wat was onze moeder, wat waren nu allen blijde over deze gelukkige te huiskomst."
- took part as member of the "Viering 25 jarig bestaan Maatschappij tot Nut van 't Algemeen afdeling Oldeboorn
- "Zondag. Gister avond de dampartijen in ons Dorp ge?indigd om een zilveren tabaksdoos en een dito uitpluizer tot premie. Elf spelers waaronder ik [Lieuwe Jans de Jong] en broeders Hans en Fokke en zwager Oene, welke vier de laatste partijen waren. Hans de prijs en ik de premie. Goede Vrijdag begonnen, vier avonden gestreden. Hans heeft het gewonnen van K.D. van der Ploeg, O.F. Boonstra en L.J. de Jong. L.J. de Jong gewonnen van Dr. Ferwerda, G.P. Eizinga en F.P. de Zee. F.P. de Zee gewonnen van A.K. de Groot, G.A. Dijkstra. O.F. Boonstra gewonnen van M.T. Boontje. De elfde speler was D.J. Talman."
- "Bij onze [Lieuwe Jans de Jong] ouders geweest op dus genoemde Bruidstranen. Onze broeder Fokke Pieters de Zee is de bruidegom, met Aaltje Japiks de Graaf."
- "Een brief van broeder [Lieuwe Jans de Jong] de Grenadier, gezond en wel."
- "Dystelbergen in zijn gekocht huis, door Pomper bewoond, die in de nieuwe kamer van broer [Lieuwe Jans de Jong] Fokke is."
- Signator of Testament Kwitantie of Jeltje Hanzes van der Schaaf dated 6 Nov 1852.
- "Heden aanvaardde broeder [Lieuwe Jans de Jong] Fokke de zathe, vroeger door ons ouders bewoond."
- "Nicht [Lieuwe Jans de Jong] Minke blijft bij oom F.P. de Zee."
- "Gjalt bij Ruurd weg, Anne er weer. Neef Jan komt in Anne's plaats, bij F.S. de Jong. Nicht Minke als botermaker, R.W. van der Vecht, zal verdienen 80 guldens, en verval. Broer Fokke krijgt een separatistische meid."
- "Ofschoon de gezondheidstoestand over het algemeen gunstig is, sterven er nog gestadig kinderen. Zie ons [Lieuwe Jans de Jong], en nu A. Slottje, en tusschen beiden not 2 ? 3."
- "Eergister Zondag den 24sten een brief aan onze [Lieuwe Jans de Jong] kinderen [Jouwert Slottje en Jeltje de Jong] te Amsterdam ... Oom Fokke met vrouw en meid."
- "Wij [Lieuwe Jans de Jong] en buurin weduw en Nijdam de hoklingen in het land gejaagd, broeder Fokke de melkbeesten, het hooi op."
- "Inventaris der nalatenschap van wijlen Lieuwe Jans de Jong... Schuldbekentenissen: Een onderhandsche schuldbekentenis van den zesden November achtienhunderdtweeenvijftig, waarop nog debet is door Murk Pieters de Zee te Oldeboorn vijfhonderd zesenzestig gulden zesenzesig cent, met vier percent interessen sedert die dagtekening van het vorige jaar. En door Fokke Pieters de Zee aldaar tweehonderd gulden, met gelijke interessen sedert ht vorig jaar, doch waarop in mindering is betaald vier gulden."
|