Notes |
- "J.A. Vleer wierd boer op de Vleerbosch op de zathe door H.F. Hofstra verlaten."
- death of "onderknecht van J.A. Vleer op de Vleerbosch"
- "Onze [Lieuwe Jans de Jong] nieuwe buurman J.A. Vleer gehaald van de Vleerbosch naar No. 45 en 46."
- "Onze [Lieuwe Jans de Jong] eerste melkkoeijen in het land gejaagd, Jan Jelles allen, J.A. Vleer der 17den en H.W. de Graaf en de weduw W.J. Nijdam Pinksterzondag."
- "Bijna vijf week was deze ziekte [tongblaar] behalve Pieter Johannes [Bottema?] N.West en Z.West van ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp geweest, eer het hier in Oost en Z.Oost kwam. Ongeveer den 20sten dezer brak de ziekte uit bij mijne ouders en onze buuren W.J. Nijdam in hun best melkvee en onzer kinderen grootvader Durk Oenes in zijn jongvee. Onze buurman Hille Willems kreeg de ziekte den 26sten. Ook onze buurman Johannes Aukes, welke vroeger een had gehad, voor 4 week. Zedert vijf week heeft de ziekte geweest N.West van ons Dorp, en toch heeft nog een boer, Sybe Klazes, (ofschoon medden in wonende) alles gaat goed. Nog zijn wij Goddank verschoond, en daar de koeijen deze zomer te weinig melk hebben gegeven, gaat het nu goed."
- "Heden palmslag der zathe te Oosterboorn. Sytze T. Bottema met zijn twee zwagers W.A. Vleer en P.G. Hornstra hebben het huis en nog 13 percelen, Fokke H. Oosterwoud 4 percelen en Johannes A. Vleer 1 perceel."
- "Het water heeft van rondsom een schrikbarende hoogte, zelfs hier in Friesland op eenige plaatzen een halve palm boven de zeevloed van 1825. Doch mag men zulk weder behouden, dan kan nog veel te regt komen. Door het zeer buitengewoon hoge boezemwater, sommige stille dagen zonder wind, de regen van Kersdag en den 28sten, het Noordelijk windje, is ook hier binnen de Leppedijk veel water in onze [Lieuwe Jans de Jong] polders, meest allen blank. De molen van J.A. Vleer gebroken; anders tot heden, hier in Poppenhuizen en Henswoude, het droogste land geweest. In Holland, Groningerland, ja zelfs in Belgi?, Frankrijk en van rondsomme is het water!"
- "Begrafenisplegtigheid van Mevrouw Lyklama ? Nyeholt geb. Blomkolk. Zij is begraven te Nes op het kerkhof, daar het begraven in de kerken niet meer mag plaats hebben. ... Heden morgen 8? was onze zamenkomst bepaald bij de kastelein Arend Raadsveld, kastelein te Oldeboorn, als: Pieter Pieters de Jong, Dirk Geerts Bethlem, Klaas Lieuwes Schoustra, Gerrit Pieters Eisinga, Willem Sytzes Nijdam, Frans Hendriks Postma, Uiltje Tjerks Westerterp, Jan Gales van der West. Wij, Lieuwe Jans de Jong, Johannes Aukes Vleer, Pieter Johannes Bottema, en Bauke Atze Dijkstra, 12 meiers zijner zathen onder deze Dorpen. What follows is the account of the burial in Nes
- "Onze [Lieuwe Jans de Jong] koeijen in het land gejaagd, met vier onzer buuren, behalve J.A. Vleer de gehele buurt."
- "De vette koeijen schijnen veel smeer te hebben. Onze [Lieuwe Jans de Jong] buurman J.A. Vleer heeft een geslagt, bij ons Dorp geweid, van 95 Nedelandsche ponden (190 oude ponden), 110 N.ld of daaromtrent meer. J.A. Vleer en J.J. de Groot ieder een verkocht, die zoo veel is uitgeleverd, en meer dan 300 N.ld vleesch, de eerste 112, de twede 102 guldens."
- "Den 27sten ook verkocht een stuk binnenland, tevorens in veiling gebragt, van F.W. Veenstra onder Poppenhuizen, in huur J.A. Vleer ? 110.-, ? 1210.-, koper T.M. Lycklama ? Nyeholt. Ook koop aangegaan tusschen weduw P.K. Eenshuistra en haar zoon Japik van de zathe door hem bewoond, 51 pondemaat binnenland en 21 pondemaat buitenland, waarvan 12 pondemaat op de modder sectie C Henswoude, en de zathe te Lekkerterp, sectie D de Wieren, met de kappitale en nieuwe huizinge, somma ? 15000.- vrij geld, zonder kosten voor de koper. J. Pieters Eenshuistra houdt er de koopsom onder voor 4 procent."
- "Diaconie?n en Dorpsbestuuren hebben zware uitgaven van armenonderhoud. Maar de arme onbedeelde krijgt niets? Ja! van alle kanten springt men bij, maar behoeften vermeerderen, hoe langer hoe meer die geen voorraad hebben. Zoo hebben J.A. Vleer en J.W. Nijdam een collecte gedaan bij inschrijving bij de boeren, 9 huisgezinnen sectie Poppenhuizen (W.A. Vleer, L.J. de Jong, J.S. Bottema, R.J. Koopmans, J.J. de Groot, J.A. Vleer, H.W. de Graaf, Wed. en zoon J.W. Nijdam, P.U. de Zee en Zoon), leden der Doopsgezinde gemeente in ons Dorp (Oude Huis). De opbrengst was om de noodlijdende leden, en dien, die van deze gemeente afkomstig, geen leden, maar toch getrouwe bezoekers onzer kerk, en de kinderen bij onze Leeraar laten catechiseren, te goed voorbeelde wezen. God geve Zijn zegen, 't zij zoo."
- "Ten gevolge Pinkstermaandag gister heden verhuisdag. Wytze Ruurds Balsma betrekt huis en de percelen 1,7,8,9, de zathe bij J.S. Bottema verlaten. Deze verhuist op zijn buurzathe bij J.A. Vleer verlaten; beiden sectie Poppenhuizen. Deze verhuist op de zathe bij de weduw Jan Flores verlaten. Deze verhuist op de zathe bij B.J. Terpstra verlaten, Nes. En L.H. Zwaagstra van Knijpe betrekt de zathe bij de weduw Yde J. de Jong verlaten; deze twee sectie de Wieren. Pieter Gerbens Groustra verlaat de Vleerbosch en wordt koemelker in ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp!! De Vleerbosch weder betrokken door Arjen S. van de Krieke van Akkrum. Velen die in ons Dorp verhuizen. Ook vele knechten en meiden. Onze knecht blijft."
- pachter, gebruiker
- "De gevreesde longziekte is uitgebroken bij J.A. Vleer onder ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp, sectie de Wieren. Heden twee afgemaakt door de veearts H. Wagenaar; voor longziekte verklaard. Door de veeschatter geschat op twintig guldens (accijns). Foor de veetaxateur T.L. Brouwer getakseerd op 64 guldens ieder, dus ? af, is restant 48 guldens innerlijk."
- "Het vleesch en smeer der geslagte beesten van Vleer haden bij boelgoed verkocht. Het vleesch tot 11 ? 12 cents, smeer 35 cents, met de vellen over de 70 guldens."
- "Weder een koe afgemaakt bij J.A. Vleer. Er zijn ook van de zieken aan de beterhand."
- "Weder drie koeijen en een hokkeling of pink afgemaakt bij J.A. Vleer, waaronder van de schijnbaar herstellenden."
- "Heden weder geslacht bij J.A. Vleer twee koeijen; is reeds 9 stuks, ??n verloren is 10, en nog verscheidene ziek."
- "Bij J.A. Vleer weder afgemaakt drie koeijen. Het vleesch en vet blijven prijshoudend naar zoort."
- "Weder drie koeijen afgemaakt bij J.A. Vleer."
- "Nogmaals twee koeijen gedood bij J.A. Vleer; is 17 geslacht, 1 gestorven en 1 vroeger, 19 stuks."
- "Het vee is over het algemeen redelijk gezond, er zijn kalfvergooijers, maar die zijn er alle jaren. Geen tongziekte. Maar de gevreesde longziekte regeert aanmerkelijk in Friesland in verscheidene grietenijen en gemeenten. J.A. Vleer heeft reeds 19 dood. Halbe Wagenaar van Leeuwarden is de veearts en moet stuk voor stuk order geven voor afmaking. Door Hubert Ymer Rikker veraccijnst. Teunis Lieuwes Brouwer taxeert voor het veefonds, Oene Freerks Boonstra voor de boer. De slagters Jelles Herres van der Veen en Jan Louwes van der Meulen maken ze af. De agent Roelof Roker en adsistent Atze Jans Jager stoppen het ingewand, longen enz. in de grond. Het vleesch wordt naar het Dorp vervoerd en verkocht, 10, 11 ? 12 cents het pond, de ljirre of rookvleesch voor 12 ? 14 cents. Smeer voor ongeveer 35 cents, en de prijzen verflaauwen niet, doch dat alles kosteloos, zonder strijkgeld of onkosten (Jan Noordbeek, Notaris). J.A. Vleer krijgt ? der geakkordeerde waarde van ieder stuk gedood vee; al de andere kosten vallen voor het veefonds. Maar de prijzen zijn van allen niet bekend. De een beklaagt de verliezer, zegt: met het beest is ook het gemaak verloren. De ander zegt: het is ver boven de innerlijke en prijswaarde, Vleer heeft er geen schade van, behoudt zijn hooi. Denkt aan de spreuk van Vader Cats: Men moet veel brij koken om ieder de mond te stoppen."; "... Gelukkig dat Vleer geen behoeftig man is, een duizend guldens maakt hem niet arm. Wij bidden ... dat Hij ook onze [Lieuwe Jans de Jong] vriend Vleer van de plaag verlossen mag."
- "Weder een koe afgemaakt bij J.A. Vleer, is 't zamen 20 stuks. De vleeschprijzen stijgen meer dan dalen, zegt men. Het overige scheen gunstig."
- "Nogmaals een koe van de stal van J.A. Vleer gedood."
- "Wederom twee beesten, een koe en een pink of hokkeling, afgemaakt van de stal van J.A. Vleer. Ook ??n geslagt bij H.H.H., doch bevonden dat het was geen longziekte maar gortigheid."
- "Weder een koe gedood bij J.A. Vleer."
- "Zondag. Een koe en twee hokkelingen afgemaakt van de stal van J.A. Vleer. Is nu zevenentwintig stuks dood, oud en jong, geslagt en gestorven, van de vijfenzestig."
- "De longziekte blijft bij J.A. Vleer nog heerschen. Bij H.P. Piersma hoort men niets hoe het met het vee gaat. Maar onrust, wrevel is bij de huisgenoten of vrouw of man, over dat geval. Het bordje van besmette longziekte staat op of bij hun erf, zijn vee is gemerkt, verboden om te verkopen of te kopen dan voor eigen waarborg, dat is: bij sterfte geen vergoeding uit het veefonds. Het afmaken of doden van het vee gaat op aanwijzing der veearts Wagenaar, onder consent van de Commissaris des Konings in Friesland, die het door hem getekende consent afgeeft. Bij ontfangst gaat men tot schatting en tot taxering over. De taxateurs genieten voor een koe ieder 1 gulden, voor twee koeijen 1,50 gulden, voor drie koejen 2 guldens enz., Brouwer en Boonstra beiden. Beiden bij H.H.H. geweest. Ook beiden bij H.P. Piersma geweest. In deze dagen kreeg J.A. Vleer een kalfje van een zijner koeijen op tijd (meest allen vergooijen ze de kalvers, dat is: zetten het kalf ontijdig af) en hij wenschte het te behouden, doch welhaast was het dood, en bij opening bleek het longziekte te zijn. Bij alle de gedoden bij J.A. Vleer zitten de longen aan de ribben gegroeid, sommigen als ineen gegroeid, zo vast dat longen stuk scheuren. Middelen? Men prijst: 1( zout in het drinken; 2) de snuit met teer bestrikken tot likking."
- "Nogmaals een koe gedood bij J.A. Vleer; nu achtentwintig stuks."
- "Heden de negenentwintigste koe gedood bij Vleer. En drie bij Piersma gedood, nu reeds zes. Die erge longziekte, God bewaar ons!"
- "Gelukkig bepaalt zich tot heden de longziekte om ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp nu alleen bij Piersma. Bij Vleer is alles wel, hebben geen ziekte meer gehad, zijn hersteld. De verlossingen der zieke beesten meest allen ontijdig en onnatuurlijk en moeijelijk, en de vrucht dood bij Vleer. Bij Piersma is alles meer een gesloten huis voor de nieuwsgierigen. Het schijnt dat men de middelen nog niet kent tot voorkoming of ziekteherstel der longzieken. De meer dan eene veearts geraadpleegd, van de diepe zand- en de vette kleistreken!? en van hun voorgeschreven middelen gebruikt; geen hulp, in 40 dagen 17 dood. Sterk is de sterfte, of de afmaking om het vrijwillig voor te komen. Er zijn veeartzen, die aannemen om ? van de stal te behouden, doch is niet onbelangrijk, zeer zelden sterft de helft der stal, velen herstellen. En vraag eens, zouden zij wel allen sterven, die afgemaakt worden? De Hollander zegt: zoo lang er een druppel melk uit de speenen komt, is er hoop of herstel. De voorbeelden van besmettelijkheid zijn onbegrijpelijk, de verhalen desaangaande veel en wonderlijk. Van gezonde stallen ingehaalde nuchtere kalfjes bij Vleer zijn er ziek geweest, longziekte naar 't oog. Met ??n longkwab kan het beest leven, zeggen de slagers. En de herstelden willen wel groeijen, zoo men zegt, doch geven geen zwaar melk. Er is ook tegendeel. Er zijn nog al veel veldmuizen, zij zijn ook hier."
- "Bij J.A. Vleer zijn de ziekte en besmetting door de veeartzen als ge?indigd beschouwd en vrij verklaard. Hij wacht de nodige toestemming in van het Provinciaal Bestuur, ofschoon de zes week nog niet is ge?indigd, en tot zoo lang blijft het bordje bij het hiem bestaan met het advies "Besmettelijke longziekte", tot zoo lang blijft al het vee gestald. 29 doden van 65, behoude 36."
- "De longziekte onder het vee is nog sterk, ofschoon hier bij ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp bij Vleer ge?indigd, die nog geen consent tot in- en verkoop heeft. Bij Piersma is de ziekte nog aanwezig, doch schijnt af te nemen; van sterfte niet gehoord zedert den 21sten. Doch gelijk gezegd het is een gesloten boek voor het algemeen. En bij anderen nog gelukkig niet gehoord."
- "Maar de longziekte woedt verschrikkelijk, nu bij Hotze Tettes Hofstra, in de tweede week Mei in het land (bij Vleer en Piersma ge?idigd), 5 gedood, 1 gestorven. In 16 grietenijen en steden is longziekte, en er sterven nog al eenigen door andere oorzaken, verstoppingen, melkverplaatzing, ledenbreuken enz. Al over de 200 dood in Friesland door longziekte, in ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp reeds 68 stuks, als: J.A. Vleer 29, H.P. Piersma 33, H.T. Hofstra nu 6."
- "De 29 stuks van J.A. Vleer getaxeerd op ruim ? 1850.-, waarvan 1 als gestorven ongetaxeerd, en 1 voor de helft waarde. De 33 stuks van H.P. Piersma getaxeerd ca ? 2100.-."
- "Gister weder 1 koe bij J.A. Vleer afgemaakt, van zijn oude overgeblevenen, menende schijnbaar ongesteld geweest, doch nu longziek, dood. Alsmede een kalf van mogelijk 17 ? 18 week, erg longziek, een van zijn eigen stal."
- "Zijn er ook, die geen smetstof der longziekte bezitten, of bij ziekte der overigen nog niet tot ontwikkeling komt, en naderhand nog weder tot werking komt? Zie Vleer, van 18 Maart, en nu, 11 Julij weder een. Niet onnatuurlijk?"
- "De ziekte heerscht nog sterk in Friesland en bijzonder in ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp, als 1 weder bij Vleer met een kalf van zijn eigen koe, bij Hofstra 29 stuks. En bij T.Y. Brandsma 1. En bij de weduw Bauke Uiltjes Westerterp. Er was een aangegeven van K.U. Westerterp, doch geslacht bevonden een anderen ziekte te zijn. Dus in deze maand 12 stuks in ons Dorp, met allen het zelfde perzoneel van taxateurs, veearts enz. De Goede Vader in den Hemel beware ons en elk voor deze schrikkelijke geezel."
- "Onze [Lieuwe Jans de Jong] neef Freerk verhuist van J.A. Vleer naar W.A. Vleer."
- acted on behalf of "de doopsgezinde gemeente" in the building of the "nieuwe kerk"
- "Gister avond verkocht: 1 Huis, buithuis en schuurtje bij de Lippedeijk Oost ons [Lieuwe Jans de Jong] Dorp tagen de Zwette. Koper Watze M. Bottema, buiten de opcenten ? 650.-. 2 Een kamer aan de Boorn met bergplaats, no. 59, letter e en f. Koper Sybe R. Woudsma [Sybe Ruurds Woudstra??], ? 562.- en opcenten. 3 Een kamer daarbij, door weduw Rienstra bewoond, no. 59, letter d. Koper J.A. Vleer, ? 330.- en opcenten. 4 Een timmerschuur daarbij, no. 59, letter c. Koper M.G. van Kalsbeek, ? 250.- en opcenten. 5 Nauta's slot genoemd, geheel, no. 59, letter a. Koper Hendrik J. Langhout, ? 2052.- en opcenten. De leste vier percelen verkoper M.G. van Kalsbeek en kinderen. Perceel 1 is gebouwd door Jan Uiltjes de Zee, voor ongeveer of ruim 30 jaar. Vroeger stond daar ook al een kamer, bewoond geweest door T.S. Visser. Uitje Murks de Zee als eigenaar toen, en daarin overleden?"
- "laat een nieuwe boerderij bouwen op kadastraal D13 (welk perceel m.k. niet bij de oude plaats hoorde, maar er vlakbij lag)"; "stichte een woonhuis"
|