Notes |
- "In ons Dorp verkocht (eerst publiek maar ingehouden) het veerschip van S. de Jong, varende van Oldeboorn op 't Heerenveen, Joure en half Gorredijk en visa versa, aan Japik Lammerts Bakker; ? 2500.- buiten de kosten. Ook oude huizen, 1 van wijlen M.H. Noordbeek, Weaze, 1 van wijlen de predikant Visser, Weaze, bij J.L. van der Meulen bewoond, koper L.E. Bakker, 1 in de Spinhuissteeg, Johannes Snijders kinderen, koper Tjibbe Jentjes de Groot."; is this the right J.L. van der Meulen?
- "Het vee is over het algemeen redelijk gezond, er zijn kalfvergooijers, maar die zijn er alle jaren. Geen tongziekte. Maar de gevreesde longziekte regeert aanmerkelijk in Friesland in verscheidene grietenijen en gemeenten. J.A. Vleer heeft reeds 19 dood. Halbe Wagenaar van Leeuwarden is de veearts en moet stuk voor stuk order geven voor afmaking. Door Hubert Ymer Rikker veraccijnst. Teunis Lieuwes Brouwer taxeert voor het veefonds, Oene Freerks Boonstra voor de boer. De slagters Jelles Herres van der Veen en Jan Louwes van der Meulen maken ze af. De agent Roelof Roker en adsistent Atze Jans Jager stoppen het ingewand, longen enz. in de grond. Het vleesch wordt naar het Dorp vervoerd en verkocht, 10, 11 ? 12 cents het pond, de ljirre of rookvleesch voor 12 ? 14 cents. Smeer voor ongeveer 35 cents, en de prijzen verflaauwen niet, doch dat alles kosteloos, zonder strijkgeld of onkosten (Jan Noordbeek, Notaris). J.A. Vleer krijgt ? der geakkordeerde waarde van ieder stuk gedood vee; al de andere kosten vallen voor het veefonds. Maar de prijzen zijn van allen niet bekend. De een beklaagt de verliezer, zegt: met het beest is ook het gemaak verloren. De ander zegt: het is ver boven de innerlijke en prijswaarde, Vleer heeft er geen schade van, behoudt zijn hooi. Denkt aan de spreuk van Vader Cats: Men moet veel brij koken om ieder de mond te stoppen."
- "Alweder twee beesten afgemaakt bij Piersma. Slager Jan van der Meulen en zijn jongen, daar Jelle van Veen in de grasserije is en vegt met de zwarten!"
|