Notes |
- "Een zeer schone dag. Doch voor ons [Lieuwe Jans de Jong] is zij treurig. Broeder Uiltje dan heeft eindelijk verlof bekomen, 't welk gister onze ouders werd bericht, en zeer verheugd, werd hun gister avond gemeld, dat hij perzoonlijk te Akkrum ten huize van R. Brouwer was, zijnde daar aangekomen met de Diligence, doch als het ware worstelende met de dood. Vader en Hans varen met een bootje met en bed derwaarts, om zoo mogelijk, hem te komen halen, doch zij zien dat dit onmogelijk is. Eindelijk haalt Hans onze Moeder, en naar den gehelen nacht hem verpleegd en verzorgd te hebben, is hij heden morgen ongeveer acht uur overleden, en zijn lijden ge?indigd. Met de Docters Born en Bogaerts is geraadpleegd. Dock menschelijk hulp schoot te kort, 't welk hij zelve al geloofde; dat hij was al den tijd volkomen bij zijn verstand, en wenschte ook geen leven meer. Doch gaarne zou hij nog gedoopt zijn geweest, en de Heer ten Cate, Doopsgezind leeraar te Akkrum, heeft even voor zijn dood nog een gebed voor hem gedaan, 't welk hij, de stem reeds begevende, met zijne handen tekens gaf wel te begrijpen. Hij stierf hopende, en heeft zoo zojn leven en smart op deze wereld ge?indigd. Maar die zijn te huiskomst vertraagden en hem onderweg behandelen, mogen hun zelver beproeven. God schenk allen genade, over dat alles leggen wij eene sluijer, 't was schrikkelijk. Doch dit is onze troost: Dat wij hier gedaan hebben wat wij wisten te doen voor hem. Dat onze ouders nog met hem gesproken hebben. Dat hij op ons kerkhof begraven wordt, en bevrijd is van een opening, 't welk men zeker had gedaan zoo hij selver geloofde, want zijn ziekte was onbekend. Hij was zoodanig uitgeteerd dat zijn ligchaam niets was dan vel en been, een levend geraamte. Hij is heden 't huis gehaald naar dat hem daar 't leste kleed was aangedaan."
- "... Dezen morgen vroeg werd mijn [Lieuwe Jans de Jong] regteroog en hoofd gevoelig aangedaan met misselijkheid, dorst, braken, huiverigheid. De Heer Tjaarda van Akkrum verklaart het voor een zware koude koorts. Tjaarda is een jong en knap geneeskundige te Akkrum in stede van den Heer Born, overleden. Ferwerda was naar Leeuwaden."
|