Notes |
- "Gister avond ongeveer 5 uur naar gissing werd het gouden oorijzer van de meid onzer [Lieuwe Jans de Jong] ouders, hangende over de spiegel in het zomervertek, haar ontstolen. De meid is genaamd Akke Tjeerds Wilstra; dader onbekend."
- "De dader van het diefstal onzer [Lieuwe Jans de Jong] ouders meid is ontdekt. Het is - o jammer! - het is mijne moeders zusters dogter Jantje, huisvrouw M.U. de Haan, die dien dag hun een bezoek gaf en toen het oorijzer medenam. Zij zit reeds gevangen, zij heeft het feit ontdekt, de qijze hoe zij het genomen heeft. Verwijdert nu van hare drie lieve kinderen en man. Hoe haar hart gesteld was toen en nu weet God, en Hij geve haar berouw en bekering. Zij verwagt nu haar lot van de Regter. Zij heeft lange jaren bij mij gewoond als kind en als huishoudster tijdens mijne ongehuwde staat, in mijn huwelijk met mijn eerste vrouw en in mijn weduwnaarstijd. Zij is bij mij weg getrouwd in 1831. O droeffenis!"
|